Ga naar de inhoud van deze pagina.
Kadernota 2025-2028 Kadernota 2025

1.2 Uitgangspunten begroting 2025

In dit hoofdstuk beschrijven wij de uitgangspunten die we hanteren bij het opstellen van de begroting en passen bij een verantwoord financieel beleid.

Algemene financiële uitgangspunten
Hieronder vindt u een overzicht van de indexeringen die we hebben gebruikt bij het opstellen van deze Kadernota. Deze gegevens zijn gebaseerd op het Centraal Economisch Plan (CEP) dat is opgesteld door het CPB in februari 2024.

Omschrijving

Stijging 2025

Salarissen gemeente

4,40%

Goederen en diensten gemeenten

2,70%

Subsidies

3,70%

Leges overige lokale heffingen

3,40%

Grondbedrijf

Separaat vastgesteld


Lokale lasten
De OZB wordt verhoogd met de inflatiecorrectie van 3,40%. Voor de Afvalstoffenheffing en de Rioolrechten streven we naar tarieven welke 100% van de kosten dekken. We corrigeren de OZB voor inflatie met 3,40%. Bij het opstellen van de begroting 2025 wordt de stijging van de tarieven voor de Afvalstoffenheffing en Rioolrechten bepaald.

Subsidies aan maatschappelijke instellingen
In het financiële kader houden we rekening met een indexatie van de subsidies aan maatschappelijke instellingen voor 2025.

Verbonden partijen
Smallingerland is deelnemer aan een groot aantal samenwerkingsverbanden. Deelname aan deze samenwerkingsverbanden brengt kosten met zich mee, en de bijdrage wordt bepaald door de begroting van het betreffende orgaan. De ontwikkelingen in deze bijdragen zijn verwerkt in deze kadernota onder de noemer "niet beïnvloedbare ontwikkelingen".

Structureel begrotingsevenwicht
Om repressief toezicht (toezicht achteraf) te krijgen vanuit de provincie moet de begroting structureel en reëel sluitend zijn. Dit betekent dat we structurele lasten dekken met structurele baten en dat eventuele bezuinigingen haalbaar zijn.

  • We streven ernaar dat alle jaren structureel sluitend zijn.
  • Als het niet haalbaar is om het laatste jaar structureel sluitend te maken, zorgen we er in ieder geval voor dat het eerste jaar structureel sluitend is. Deze laatste optie heeft niet de voorkeur en draagt niet bij aan een structureel financieel evenwicht, maar wordt nu bij uitzondering toegepast.

De gemeenteraad heeft zich uitgesproken voor een structureel sluitende meerjarenbegroting als basis voor een duidelijk en evenwichtig (financieel) meerjarenbeeld.

Incidentele lasten
Incidentele of eenmalige uitgaven dekken we uit de algemene reserve of uit een specifiek daarvoor gevormde bestemmingsreserve.

Budget onvoorzien
In de begroting is een budget van € 100.000 opgenomen voor onvoorziene lasten. Het college kan dit budget gebruiken om snel en adequaat te reageren op onvoorziene situaties.

Algemene reserve en weerstandsvermogen
De minimale omvang van de algemene reserve is gebaseerd op het berekende benodigde weerstandsvermogen. In de begroting 2024 is dit € 13 miljoen. Dit bedrag bestaat uit een risicobuffer en algemeen weerstandsvermogen. Bij het opstellen van de begroting 2025 wordt het financiële weerstandsvermogen geactualiseerd.

Algemene uitkering
Bij het opstellen van de begroting voor de jaren 2025-2028 gaan we uit van de informatie uit de Meicirculaire 2024. De Septembercirculaire komt te laat om structureel te kunnen verwerken. Daarnaast vindt de provincie het belangrijk dat we consistent omgaan met de keuze voor een bepaalde circulaire. Daarom laten we evenals voorgaande jaren de Meicirculaire leidend zijn.

Kapitaallasten investeringen
De kapitaallasten worden geraamd in de jaarschijf waarin naar verwachting de afschrijvingen starten. Volgens de financiële verordening wordt voor het eerst afgeschreven in het jaar na de ingebruikname. De gemeenteraad stelt vooraf de investeringskredieten vast waaruit de kapitaalslasten voortkomen. Bij de begroting 2025 wordt een besluit gevraagd over de nieuwe investeringen en daarmee ook de verwerking van de kapitaalslasten in het meerjarenperspectief.

Beheerplannen voor kapitaalgoederen in de openbare ruimte
De beheerplannen worden eens per raadsperiode vastgesteld en daarna geactualiseerd. In de begroting worden de lasten opgenomen volgens de vastgestelde beheerplannen. In 2022 zijn het beleid en de beheerplannen voor de kapitaalgoederen geactualiseerd. De effecten hiervan zijn al vanaf de begroting 2023 opgenomen in het meerjarenperspectief.

Provinciaal toezicht
Elk jaar stuurt de provincie een begrotingscirculaire met relevante en actuele onderwerpen waarop de (meerjaren)begroting wordt beoordeeld in het kader van het provinciale financiële toezicht. Bij het opstellen van de begroting houden we rekening met deze circulaire. Voor 2024 is sprake van repressief toezicht van de provincie (toezicht achteraf).