In dit hoofdstuk schetsen we de ontwikkeling van onze structurele en eenmalige financiële ruimte. De structurele financiële positie vertaalt zich in een (meerjaren-)begroting, de eenmalige financiële positie wordt bepaald door de vrij besteedbare ruimte in de algemene reserve.
Nadat de structurele ruimte en de ruimte in de algemene reserve zijn toegelicht vergelijken we deze met de kaders die we hanteren voor een gebalanceerd financieel meerjarenperspectief. Vervolgens kijken we vooruit naar de stappen die we zetten tot de Begroting 2025-2028.
Structurele ruimte
De onderstaande tabel geeft inzicht in de mutaties in het meerjarenperspectief ten opzichte van de Begroting 2024-2027.
Bedragen *€1.000
Omschrijving |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
---|---|---|---|---|
Structurele ruimte begroting 2024 |
8.167 |
-2.174 |
-2.736 |
-2.736 |
a. Aanvullende Raadsbesluit 2024 |
-395 |
-390 |
-385 |
-380 |
b. Bestuursrapportage 1 2024 |
-4.987 |
-4.949 |
-4.837 |
-4.860 |
c. Gemeentefonds |
7.308 |
10.144 |
10.111 |
11.580 |
d. Niet beïnvloedbare ontwikkelingen |
-7.539 |
-7.588 |
-7.580 |
-7.483 |
e. Overige ontwikkelingen |
-1.620 |
280 |
280 |
280 |
Totaal ontwikkelingen |
-7.233 |
-2.503 |
-2.411 |
-1.014 |
Structureel saldo |
934 |
-4.677 |
-5.147 |
-3.750 |
Nieuw beleid en overige ontwikkelingen |
-1.505 |
-1.968 |
-2.312 |
-3.773 |
Saldo kadernota 2025-2028 |
-571 |
-6.645 |
-7.459 |
-7.523 |
In de begroting 2024-2027 was er in 2025 een overschot van € 8,2 miljoen. Maar in 2027 was er een tekort van € 2,7 miljoen. Een sterke daling van de middelen in het gemeentefonds vanaf 2026, ook wel het "ravijnjaar" genoemd, is hier de oorzaak van.
De financiële positie (zonder nieuw beleid) is verslechterd ten opzichte van de begroting 2024-2027. Dit komt vooral door de structurele mutaties uit de bestuursrapportage en niet beïnvloedbare ontwikkelingen. Hoewel hier ook extra baten vanuit het gemeentefonds tegenover staan, compenseren deze niet volledig.
In de berekening van de structurele ruimte is ook nieuw beleid opgenomen. Dit beleid is gericht op het uitvoeren van het coalitieakkoord en de vastgestelde visies voor het sociale domein, de omgeving en de organisatie. Omdat er beperkte financiële middelen zijn is door het college stevig geprioriteerd en betreft het aanvragen die zeer urgent zijn.
Het geprioriteerde nieuwe beleid met een structureel karakter loopt op van € 1,5 miljoen in 2025 tot € 3,8 miljoen in het laatste jaar. Dit zorgt ervoor dat het saldo in 2025 € 0,6 miljoen negatief is en dat het tekort in het laatste jaar oploopt tot € 7,5 miljoen negatief.
Met deze structurele positie voldoen we niet aan de eisen die gesteld zijn in de gemeentewet. De begroting voor 2025 moet structureel en reëel in evenwicht zijn. Als dat niet het geval is, moet er uiterlijk in het laatste jaar evenwicht zijn. Daarom is het noodzakelijk om een financieel kader vast te stellen dat wel aan deze eisen voldoet. Hier gaan we later in dit hoofdstuk verder op in.
A. Aanvullend besluit van de Raad.
De raad heeft besloten om € 7 miljoen te investeren in extra duurzaamheid voor het nieuwe zwembad de Welle. Voor de kapitaallasten van deze investering zijn extra middelen nodig.
B. Bestuursrapportage I 2024.
De structurele mutaties uit de bestuursrapportage I 2024 gaan mee in de begroting voor 2025.
De rapportage laat een negatief structureel effect zien van ongeveer € 4,9 miljoen. Het belangrijkste onderdeel hiervan is de verhoging van de budgetten voor jeugdhulp met € 5,5 miljoen. De mutaties vanuit de september- en decembercirculaire 2023, die een positief effect hebben van € 0,8 miljoen in 2028, zijn ook verwerkt in de 1e bestuursrapportage, maar in deze kadernota meegenomen in de mutatie van het gemeentefonds onder c.
C. Gemeentefonds.
Een belangrijk onderdeel van de toename in het gemeentefonds is de ontwikkeling van het accres. Het accres is de jaarlijkse groei van het fonds en kent een volume- en prijsdeel. Dit loopt op tot € 6,0 miljoen positief in 2028. Op hoofdlijnen zijn de belangrijkste factoren: (i) Het begrotingsjaar 2025 wordt nu opgenomen tegen lopende prijzen, (ii) er wordt een nieuw jaar(2028) toegevoegd en (iii) de nieuwe financieringssystematiek, gekoppeld aan de groei van het bruto binnenlands product, is vervroegd naar 2024 in plaats van 2027.
Er is besloten de verdere oploop van de opschalingskorting definitief stop te zetten. Dit heeft een positief effect van € 2,3 miljoen voor onze gemeente vanaf 2026. Daarnaast is al een aantal jaren sprake van een onderbesteding van het plafond voor het BTW compensatiefonds. We mogen een raming hiervoor opnemen in onze begroting van het gemeentefonds, dit levert een positief effect op van € 1 miljoen.
Andere wijzigingen in het gemeentefonds, zoals mutaties in de uitkeringsbasis, taakmutaties en integratieuitkering participatie, leveren een voordeel op dat oploopt tot € 2,2 miljoen in 2028.
In de meicirculaire 2024 is de extra korting van € 500 miljoen op jeugdzorg vanuit het rijk voor het jaar 2025 eenmalig teruggedraaid, omdat de verwachtte besparingen nog niet zijn gerealiseerd. Dit levert begrotingstechnisch geen voordeel op omdat in de begroting tegenover deze lagere baten ook lagere lasten opgenomen zijn (dit volgens de richtlijnen uit de begrotingscirculaire van de toezichthouder). Zie ook onderdeel E. overige ontwikkelingen.
D. Niet beïnvloedbare ontwikkelingen.
De jaarlijkse indexering van de budgetten voor salarissen, materiële lasten en subsidies is de belangrijkste factor met een totaal effect van € 4,4 miljoen in 2025 dalend tot € 4,2 miljoen in 2028. Ook stijgt onze bijdrage aan de Veiligheidsregio Fryslân met € 0,9 miljoen. Dit zijn wijzigingen die invloed hebben op alle of meerdere programma's.
Daarnaast zijn er nog andere niet beïnvloedbare ontwikkelingen binnen verschillende programma's met een totaal effect van € 2,2 miljoen in 2025, oplopend tot € 2,5 miljoen in 2028. De belangrijkste hiervan is een aanvullende indexering voor jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van € 1,2 miljoen binnen het programma Sociaal Domein. Een gedetailleerde toelichting op deze ontwikkelingen is terug te vinden bij de betreffende programma's verderop in deze kadernota.
E. Overige ontwikkelingen.
Zoals toegelicht bij punt C, wordt de lagere raming voor jeugdzorg in 2025 teruggedraaid. Dit betreft een bedrag van € 1,9 miljoen. Daarnaast leidt de vermindering van leegstand bij bedrijven en uitbreiding van het areaal, zoals het nieuwe zwembad, tot extra inkomsten vanuit de OZB van € 0,28 miljoen vanaf 2025.
Een volledige toelichting op het nieuw beleid is terug te vinden bij de programma's verderop in deze kadernota.