Ga naar de inhoud van deze pagina.
Kadernota 2025-2028 Kadernota 2025

2.4 Financiële kaders

We stellen de volgende drie financiële kaders voor om te voldoen aan de wettelijke vereisten voor een structureel en reëel evenwichtige Begroting 2025-2028. Deze kaders helpen ons om zowel financieel voorzichtig te zijn als te kunnen blijven investeren.

1. In komende begrotingsjaar een structureel saldo van minimaal € 0,5 miljoen positief.
Het is belangrijk om een buffer te hebben in de begroting van 2025 voor onverwachte ontwikkelingen waar we nu nog geen rekening mee kunnen houden. Dit geldt zowel voor de begroting in het najaar als voor de bestuursrapportages volgend jaar. Als we geen buffer hebben, moeten we direct putten uit onze algemene reserve bij tegenvallers. Met een begrotingsoverschot in 2025 voldoen we ook aan de wettelijke eis dat de begroting van het komende jaar structureel en reëel in evenwicht moet zijn.

2. Het financiële tekort in de laatste jaarschijf mag maximaal 50% zijn van de daling van de middelen via het gemeentefonds vanaf 2026.
Dit is in lijn met de aanpak die vorig jaar is gehanteerd bij het opstellen van de kadernota en begroting. De terugval in het gemeentefonds vanaf 2026 is voor onze gemeente berekend op ongeveer € 10 miljoen. Met het schrappen van de verdere oploop van de opschalingskorting is de daling nu beperkt tot ongeveer € 7 miljoen. Daarom stellen we voor om een tekort van maximaal € 3,5 miljoen aan te houden voor 2028. Dit brengt wel risico's met zich mee, omdat het nog onzeker is of we vanuit het Rijk op enige manier gecompenseerd zullen worden. Dit kan bijvoorbeeld door extra middelen of door bepaalde taken terug te geven aan het Rijk. Met dit voorgestelde kader kiezen we voor een zo optimaal mogelijke balans tussen financiële voorzichtigheid en blijven investeren. Omdat 2025 met het eerste financiële kader structureel en reëel in evenwicht is, mag meerjarig voor de komende begroting nog sprake zijn van een tekort.

3. De vrije besteedbare ruimte in de algemene reserve moet positief zijn.
Een positieve vrije besteedbare ruimte is nodig om het weerstandsvermogen op peil te houden.

Het saldo 2025 en de jaren daarna zoals weergegeven in paragraaf 2.1 voldoet (nog) niet aan bovenstaande kaders. In de volgende paragraaf zijn oplossingsrichtingen voorgesteld om hier wel aan te voldoen.