Ga naar de inhoud van deze pagina.
Kadernota 2026-2029 Voorstel gemeenteraad

2.1 Ontwikkeling financiële positie

In deze paragraaf schetsen we de ontwikkeling van onze structurele financiële positie. De structurele financiële positie richt zich op het structurele begrotingssaldo en vertaalt zich in een (meerjaren-)begroting. De eenmalige financiële positie wordt bepaald door de vrij besteedbare ruimte in de algemene reserve. Deze komt in paragraaf 2.2 aan bod.

In de Begroting 2025-2028 was er in 2026 een tekort van € 6,0 mln en in 2028 een tekort van € 7,0 miljoen. Zoals bekend waren een sterke daling van de middelen in het gemeentefonds vanaf 2026, ook wel het "ravijnjaar" genoemd, aangevuld met oplopende kosten inzake jeugd de belangrijkste oorzaken hiervan.

Op twee extra momenten is er tussen het verschijnen van de begroting en deze kadernota extra informatie gepresenteerd aan de gemeenteraad. Ten eerste is op 20 maart een raadsbrief verstuurd door het college met een ontwikkeling van het financieel meerjarensaldo, dit gelet op de besluitvorming in de raad op 1 april. Daarnaast is in mei informatie verstrekt aan raadswerkgroep en raad over de verwachte effecten in de meicirculaire volgend op de toen net verschenen Voorjaarsnota van het rijk. Die informatie is opgenomen als bijlage bij het raadsvoorstel over Tijdpad meerjarenperspectief dat op 24 juni behandeld wordt.

De ontwikkelingen opgenomen in de raadsbrief van afgelopen maart zijn opnieuw geactualiseerd en samen met de andere geïnventariseerde ontwikkelingen verwerkt in deze kadernota. Daar waar ze vanaf 2025 al effect hebben zijn ze opgenomen in de eerste bestuursrapportage 2025, waarbij de structurele effecten uit de eerste bestuursrapportage 2025 opgenomen zijn in deze kadernota.
Ook is de meicirculaire geanalyseerd en opgenomen in deze kadernota. Waar de informatie over de Voorjaarsnota een inschatting was, geeft de meicirculaire daadwerkelijk inzicht in de extra middelen die onze gemeente ontvangt.

Structurele financiële positie is sterk verbeterd ten opzichte van de Begroting 2025-2028
De onderstaande tabel geeft inzicht in de mutaties in het meerjarenperspectief ten opzichte van de Begroting 2025-2028. Dat beeld is sterk verbeterd. Onder de tabel lichten we achtereenvolgens elk onderdeel toe. Een toelichting op het structureel saldo volgend uit de Begroting 2025 staat in bijlage 5.4.

Het beeld kan nog verder verbeteren
In onderstaande tabel is geen rekening gehouden met eventuele ombuigingsmaatregelen waar de raad op 8 juli apart toe besluit. Deze verbeteren dit beeld. In onderstaand overzicht is ook nog geen rekening gehouden met het invoeren van een gecombineerde riool- en waterzorgheffing met ingang van 2026. De raad ontvang hiervoor een apart raadsvoorstel. Deze gecombineerde heffing levert naar schatting €1,0 tot € 1,6 miljoen structureel voordeel op met ingang van 2026, zoals toegelicht tijdens de informatieavond op 13 mei.

Structurele financiële positie

Bedragen * €1.000

1. Aanvullende raadsbesluiten
De raad heeft op 25 maart besloten om een investeringskrediet van € 450.000 beschikbaar te stellen voor de herinrichting van de raadzaal. Voor de kapitaallasten van deze investering zijn extra structurele middelen nodig.
De raad heeft op 20 mei 2025 besloten om een schade aan een damwand in de haven van Drachten te herstellen. Herstellen van deze schade kost € 850.000. Voor de kapitaallasten en onderhoudslasten zijn structurele middelen nodig.

2. Bestuursrapportage I 2025
Gelijktijdig met de kadernota is ook bestuursrapportage 1 2025 opgesteld. De structurele mutaties uit de bestuursrapportage I 2025 gaan mee in de begroting voor 2026. Voor een toelichting op deze wijzigingen verwijzen we naar de bestuursrapportage.

3. Gemeentefonds
Onze begroting wordt jaarlijks aangepast op basis van de meicirculaire van het gemeentefonds. We werken in een cyclus van mei tot mei, waarbij tussentijds ook de september- en decembercirculaires invloed hebben. Elk jaar voegen we een nieuw financieel jaar toe aan de begroting, waarin de meest recente cijfers uit de meicirculaire zijn verwerkt.
Onderstaande tabel toont de ontwikkelingen in het gemeentefonds. Daaronder lichten we deze toe.

Nieuwe jaarschijf
Door de toevoeging van het begrotingsjaar 2029 ontvangt de gemeente € 1,94 miljoen extra uit het gemeentefonds. Dit bedrag komt voornamelijk voort uit de volumegroei zoals vastgesteld in de meicirculaire van 2024.

September- en decembercirculaire
Deze circulaires geven samen extra structurele inkomsten oplopend tot € 3,80 miljoen in 2029. De belangrijkste mutaties voor het meerjarenbeeld zijn:

  • In de septembercirculaire 2024 is opgenomen dat het Rijk de extra geraamde besparing op jeugdzorg van € 500 miljoen in 2026 en € 511 miljoen vanaf 2027 structureel laat vervallen. Deze beoogde besparingen zijn weer toegevoegd aan het gemeentefonds. Voor onze gemeente betekent dit een extra bijdrage die oploopt tot € 2,13 miljoen in 2029.
  • Een opwaartse bijstelling van het volume- en prijsdeel van het accres levert aanvullend € 0,78 miljoen extra op in 2029.
  • Het Rijk en gemeenten werken aan beheersbare Wmo-kosten. Een deel van de financiering zal mogelijk buiten het gemeentefonds om via aparte bekostiging gaan verlopen. De septembercirculaire 2024 bevat daarom vanaf 2026 een aanvullende indexering, wat onze gemeente jaarlijks € 0,29 miljoen tot € 1,16 miljoen extra oplevert in 2029.

Meicirculaire
De meicirculaire is verwerkt in deze kadernota. De baten uit de meicirculaire liggen hoger dan we op basis van de voorjaarsnota van het rijk ingeschat hadden. Uit de meicirculaire blijkt dat er extra structurele inkomsten beschikbaar worden gesteld aflopend van € 13,4 miljoen in 2026 tot € 6,5 miljoen in 2029. Belangrijke mutaties zijn:

  1. Loon-prijsontwikkeling accres (structureel met ingang van 2026)
  2. Demping ravijn van -/- € 2,4 miljard naar -/- € 2,0 miljard (structureel met ingang van 2026)
  3. Vanaf 2025 50% dekking voor tekorten jeugd (structureel met ingang van 2025). Hier was met goedkeuring van de toezichthouder al een stelpost voor opgenomen in het gemeentefonds.
  4. Groeipad maatregelen hervormingsagenda wordt verzacht (alleen voor 2026 en 2027)
  5. Introductie eigen bijdrage Jeugd (met ingang van 2028)
  6. Indexeren opbrengst Hervormingsagenda Jeugd (met ingang van 2028)
  7. Verschuiving invoering ruimere eigen bijdrage Wmo in plaats van abonnementstarief van 1 januari 2026 naar 1 januari 2027 (effect op 2026)

4. Begrotingsconsequenties gemeentefonds
De ontwikkelingen in het gemeentefonds betekenen ook dat wij aanpassing door (moeten) voeren in onze begroting. Deze aanpassingen zijn hieronder weergegeven. Onder de tabel lichten we ze toe.

Uitstel vervanging abonnementstarief Wmo
De geplande aanpassing in de eigen bijdrage Wmo verschuift van 1 januari 2026 naar 1 januari 2027. De baten die we hiervoor begroot hadden moeten we voor 2026 uit onze begroting halen. Het rijk compenseert ons hiervoor via het gemeentefonds waarmee het een budgetneutraal effect is.

Besparing jeugdzorg lastenkant
In de begrote lasten voor jeugd hadden we volgend op een besparing uit het kabinet Rutte IV geanticipeerd op een lastendaling jeugd. Via de septembercirculaire is duidelijk geworden dat het kabinet deze besparing laat vervallen en extra middelen toevoegt aan het gemeentefonds. Om deze reden moeten we nu de geanticipeerde lastendaling ook uit de begroting halen. Per saldo is dit een budgetneutraal effect.

Voordelen door eigen bijdrage Jeugd
In de Voorjaarsnota is opgenomen dat het rijk vanaf 2028 een eigen bijdrage jeugd wil invoeren. Het rijk verwacht dat gemeenten hierdoor voordelen realiseren in de vorm van de ontvangsten uit de eigen bijdrage en eventueel ook lagere lasten jeugd. Om die reden kort het rijk ons met ingang van 2028 in het gemeentefonds. In onze begroting nemen we vanaf 2028 een zelfde bedrag als stelpost op waarmee dit een budgetneutraal effect heeft. Zodra meer duidelijk is over deze eigen bijdrage maken we dit concreter.

Sturen op trajectduur jeugdzorg
Rijk en gemeenten gaan met de sector afspraken maken over hoe beter te sturen op trajectduur. Deze maatregel moet landelijk € 68 miljoen opleveren vanaf 2028. Het rijk kort ons hiervoor in het gemeentefonds. Wij kiezen er hier niet voor om een vergelijkbare stelpost op te nemen maar richten ons op onze eigen inschatting van de ontwikkeling van lasten in de jeugdzorg.

5. Indexatie
Conform de uitgangspunten zoals opgenomen in paragraaf 1.2 van deze kadernota is de indexatie doorgerekend om het begrotingsbeeld naar het prijspeil 2026 te brengen. Voor meer toelichting verwijzen we naar genoemde uitgangspunten.

6. Ontwikkeling verbonden partijen
Als er sprake is van een vastgestelde kadernota 2026 of begroting 2026 dan nemen we de bijstellingen ten opzichte van 2025 mee onder deze categorie. Verbonden partijen die daar niet opgenomen zijn, hebben nog geen door het algemeen bestuur vastgestelde kadernota of begroting voor 2026. In dat geval hebben we voor deze partijen onder de categorie Indexatie wel een tariefindexatie geraamd. Bij de begroting 2026 gaan we uit van de dan door het desbetreffende algemeen bestuur vastgestelde gegevens.

Actualisatie kapitaallasten investeringsagenda
In hoofdstuk 4 is de investeringsagenda toegelicht en het financiële effect hieruit gepresenteerd. Ook is de integrale investeringsagenda daar te vinden. De bijstelling die hieruit voortvloeit op de kapitaallasten is meegenomen in deze kadernota. Dit betreft de bijstelling van reeds bekende investeringen.
De structurele effecten van nieuw op te nemen investeringskredieten volgend uit deze kadernota zijn opgenomen bij de niet beïnvloedbare en overige ontwikkelingen.

Actualisatie prognose rentelasten
In de raadsbrief van 20 maart heeft het college een verbetering van de systematiek inzake rente toegelicht. De daarin gepresenteerde nadelige effecten verbeteren door de actualisatie van de investeringsplanning en de ontwikkeling volgend op de extra middelen uit het gemeentefonds. Voor meer toelichting op de noodzaak van deze bijstelling verwijzen we naar deze brief. Daarnaast is op 30 juni in de auditcommissie een toelichting gepland op dit onderdeel.

8. Actualisatie begrotingsprogramma's
De huidige begrotingsprogramma's zijn geactualiseerd waarbij we onderscheid hebben gemaakt tussen niet beïnvloedbare ontwikkelingen en overige ontwikkelingen. Onderstaande tabel laat het effect zien.

Niet beïnvloedbare ontwikkelingen.
Niet beïnvloedbare ontwikkelingen zijn ontwikkelingen die onontkoombaar zijn (het moet) en onuitstelbaar (het moet nu).
Conform de uitgangspunten die we hebben zijn deze per programma en per opgave in beeld gebracht. U kunt ze vinden onder hoofdstuk 3 programma's. Daarnaast zijn deze ontwikkelingen ook samen gegroepeerd in bijlage 5.1

Overige ontwikkelingen
Naast de niet beïnvloedbare ontwikkelingen heeft het college besloten een aantal overige ontwikkelingen op te nemen in deze kadernota. Het gaat om ontwikkelingen volgend uit lopend beleid waar wel een keuzemogelijkheid in zit, maar die naar het oordeel van het college nu om actie vragen: als we nu niets doen stopt een ontwikkeling waarvan u als raad eerder heeft aangegeven dat het belangrijk is om deze te continueren. Daarom adviseert het college u ook om hiervoor middelen beschikbaar te stellen.
Omdat deze ontwikkelingen strikt genomen niet onontkoombaar en onuitstelbaar zijn, zijn ze onder deze categorie ook zichtbaar apart gegroepeerd. Ook deze ontwikkelingen worden separaat bij de betreffende programma's toegelicht en zijn samen gegroepeerd in bijlage 5.1 .

Verwerking ontwikkelingen uit de raadsbrief actualisatie meerjarenbeeld van 20 maart
Alle ontwikkelingen uit deze raadsbrief zijn waar nodig geactualiseerd en verwerkt in deze kadernota. Waar ze al effect hadden op 2025 zijn ze eerst opgenomen in de eerste bestuursrapportage 2025. Hieronder vindt u per ontwikkeling uit die raadsbrief waar u de actualisatie kunt vinden:

Gemeentefonds
De ontwikkelingen van de september en decembercirculaire van het Rijk hebben effect op 2025 en zijn daarom financieel verwerkt in de eerste bestuursrapportage 2025. De meicirculaire wordt in deze kadernota toegevoegd.

Bijstelling rente ontwikkeling
Deze is hierboven apart toegelicht.

Kapitaallasten automatisering
De correctie met betrekking tot kapitaallasten automatisering is verder uitgewerkt en het effect hiervan is verwerkt in de eerste bestuursrapportage 2025 welke structureel doorwerkt naar deze kadernota.

Gemeenschappelijke regelingen
Het effect van de deelnemersbijdrage van de gemeenschappelijke regelingen is opgenomen in deze kadernota onder verbonden partijen.

Bijstellen budgetten riolering
Deze bijstelling heeft ook effect op 2025 en is daarom opgenomen in de eerste bestuursrapportage 2025 met structurele doorwerking naar de kadernota.

Areaaluitbreiding OZB en Openbare ruimte
De effecten met betrekking tot de Areaaluitbreiding OZB en Openbare ruimte zijn verwerkt in deze kadernota onder de programma-ontwikkelingen

Toename kapitaallasten investeringen 2029
In deze kadernota bij het onderdeel investeringsagenda zijn deze kapitaallasten verder geactualiseerd en toegelicht.