Naast de jaarlijkse terugkerende structurele lasten zoals toegelicht in paragraaf 2.1 zijn er lasten die incidenteel voorkomen. Deze lasten dekken we uit eenmalige middelen zoals de algemene reserve en de bestemmingsreserves.
De algemene reserve heeft in de eerste plaats een bufferfunctie voor de door ons ingeschatte en geactualiseerde risico's. Een eventueel vrij besteedbaar deel biedt de mogelijkheid om een periode met een oplopend begrotingstekort incidenteel te overbruggen of om als dekkingsbron te bieden voor incidentele lasten. Overschotten en meevallers worden aan de algemene reserve toegevoegd.
Een deel van de algemene reserve houden we (verplicht) achter de hand voor onvoorziene uitgaven (de weerstandscapaciteit). De risico-inventarisatie is in de jaarstukken 2024 verbeterd en geactualiseerd. Dit bedrag ligt momenteel op € 12,5 miljoen. Daarbovenop houden we een algemene risicobuffer aan van €2,5 miljoen. Ten opzichte van het beeld in de begroting houden we vanaf nu dus € 2 miljoen extra aan om risico's op te kunnen vangen. In de begroting 2026 actualiseren we de risico's opnieuw.
Het meerdere is vrij besteedbaar voor incidentele lasten welke de gemeenteraad wil opnemen in de begroting.
De onderstaande tabel geeft meerjarig inzicht in de ontwikkeling van de algemene reserve tussen de verwachting in de begroting 2025 en in deze kadernota. Daaronder lichten we deze ontwikkeling toe.
|
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
---|---|---|---|---|---|
stand algemene reserve 31/12 |
37.730 |
28.640 |
20.390 |
13.407 |
n.a. |
stand algemene reserve 31/12 |
46.158 |
45.399 |
44.685 |
41.099 |
36.584 |
waarvan aanhouden voor risico's |
14.978 |
14.978 |
14.978 |
14.978 |
14.978 |
Totaal vrij besteedbaar |
31.180 |
30.421 |
29.707 |
26.121 |
21.606 |
Toelichting ontwikkeling ten opzichte van begroting 2025
De ontwikkeling van de algemene reserve laat een sterk verbeterd beeld zien ten opzichte van het beeld in de begroting 2025. In de begroting 2025 verwachtten we nog dat het vrij besteedbare bedrag in de algemene reserve eind 2028 op € 0,4 miljoen zou liggen. In deze kadernota ligt dat eind 2028 naar verwachting op € 26,1 miljoen vrij besteedbaar.
Deze verbetering komt door drie structurele redenen. In de eerste plaats de extra middelen die gemeenten voor het meerjarenbeeld en aanvullend daarop voor de jaren 2025 tot en met 2027 gekregen hebben in de meicirculaire. In de tweede plaats zijn volgend op het in beeld brengen van ombuigingsmogelijkheden diverse 'direct doen' maatregelen verwerkt in de eerste bestuursrapportage, welke voordelen hebben en doorwerken naar de jaren 2026 en verder. Tot slot houden raad en college de hand op de knip en zijn alleen op de hoognodige onderdelen bijstellingen aan de begroting voorgesteld in deze kadernota.
Een aanvullende, incidentele reden is dat het positief jaarrekeningresultaat over 2024 van (voorlopig) € 10,8 miljoen meegenomen is in het verloop van de algemene reserve.
Voor een volledige toelichting op de ontwikkeling van de algemene reserve verwijzen we naar bijlage 5.2