Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2026 Ontwerpbegroting 2026-2029,

Erratum

Aanleiding en inhoud van dit erratum

Tijdens de ambtelijke beoordeling door de provinciaal toezichthouder zijn vragen gesteld over de begroting. Naar aanleiding van onderzoek daarop door team Financiën is geconcludeerd dat het nodig is de raad te informeren over twee punten die niet goed zijn weergegeven in de begroting welke op 11 november is vastgesteld.
Dit erratum maakt helder waar het gaat om gaat, wat waarom anders moet zijn en hoe hier ambtelijk lering uit plaatsvindt. Het betreft (1) de opgenomen toevoegingen en onttrekkingen aan reserves in de totalen bij elk programma en (2) de presentatie van incidentele baten en lasten en het daaruit volgend structureel begrotingssaldo.

Verwerking van dit erratum

Het erratum wordt toegevoegd als bijlage aan de vastgestelde begroting en als document in de begrotingswebsite. Zo is traceerbaar wat de raad heeft vastgesteld en welke informatie daarna beschikbaar is gekomen. De website versie en de (ondertekende) pdf versie blijven op deze wijze ook 100% gelijk.
Ten aanzien van punt 1 vindt vervolgens een bijstelling plaats in de eerste bestuursrapportage. Op die manier kan er geen misverstand ontstaan over wat geautoriseerd is.

1. Opgenomen toevoegingen en onttrekkingen aan reserves in de programmatotalen

In elk begrotingsprogramma is het overzicht van baten en lasten van dat programma opgenomen. Dat is aangevuld met de begrote toevoegingen aan en onttrekkingen uit reserves. Door een handmatige fout in een inleesbestand zijn de toevoegingen en onttrekkingen van de reserve projecten in uitvoering hier te hoog in terecht gekomen. De toevoeging en onttrekking aan die reserve staan evenals die aan de andere reserves wel goed in bijlage G bestemmingsreserves. Maar het overzicht per programma is formeel bepalend voor de autorisatie.

Voor de volledigheid staan in de pdf van het erratum de in de begroting opgenomen totale toevoegingen aan en onttrekkingen uit reserves met in de kolom daarnaast de juiste totalen. De bedoeling is dus minder te onttrekken aan de reserve dan nu formeel begroot. Daarmee blijft het college ook zonder aanpassing door de raad binnen de geautoriseerde (te ruime) kaders. Maar voor alle zorgvuldigheid volgt bij de eerste bestuursrapportage een verlaging van zowel de begrote toevoegingen als de begrote onttrekkingen aan deze reserve. De saldi veranderen niet.

De tabellen met de gecorrigeerde bedragen vindt u in de pdf van het erratum. Deze pdf kunt u onderaan deze pagina raadplegen.

2. Presentatie incidentele baten en lasten en het structureel begrotingssaldo

Net als de raad beoordeelt ook de provincie of de begroting structureel en reëel in evenwicht is, zoals voorgeschreven in de Gemeentewet. Bepalend daarbij is of structurele lasten gedekt worden door structurele baten. Om dat te kunnen beoordelen, nemen we conform het bepaalde in het Besluit Begroting en Verantwoording artikel 19 lid c een tabel op met het totaal aan incidentele baten en incidentele lasten in de begroting per programma en een specificatie van die posten. Deze tabel staat in Bijlage J van de begroting. Als er sprake is van incidentele baten is dat nadelig voor het structurele saldo en als er sprake is van incidentele lasten is dat voordelig voor het structurele saldo.

Dit jaar is het structureel saldo in het kader van de verbetering in planning & control voor het eerst meerjarig opgenomen in de inleiding van de begroting. Ook is ambtelijk meer aandacht besteed aan de volledigheid van de tabel incidentele baten en lasten. De provincie heeft ons gewezen op de stellige uitspraak van de commissie BBV dat in aanvulling op de tabel zoals wij die opnemen ook een toelichting nodig is. Die toelichting helpt raad en provincie om beter te beoordelen of de opgenomen baten en lasten daadwerkelijk incidenteel van aard zijn. Vanaf de jaarstukken 2025 voegen wij deze toelichting toe aan de tabel.
In de beoordeling van de tabel heeft de provinciaal toezichthouder vragen gesteld bij het incidentele karakter van een zestal posten. Het gaat dan om:

Programma dienstverlening
a. Gemeenteraadsverkiezingen incidentele last € 70.000
b. Budget verkiezingen
incidentele last € 40.000

Programma fysiek domein
c. Extra meerjaren onderhoud incidentele last € 361.000

Overhead
d. Extra meerjaren onderhoud incidentele last € 148.000
e. Fiscaal adviseur
incidentele last € 59.000
f. Adviseur dienstverlening
incidentele last € 83.000

Programma sociaal domein
g. Extra meerjaren onderhoud incidentele last € 27.000

Op basis van deze vragen zijn genoemde posten nogmaals getoetst aan de hand van de notitie structurele en incidentele baten en lasten van de Commissie BBV. Deze notitie stelt dat in de basis alle taken van de gemeente structureel zijn en dus de daaraan gekoppelde lasten ook. Incidentele baten en lasten zijn een uitzondering en moeten daarom niet alleen gespecificeerd worden (zoals we in de begroting in bijlage J hebben gedaan) maar ook toegelicht, zodat goed getoetst kan worden door raad en provincie of ze daadwerkelijk incidenteel zijn.

Bij die toetsvraag is niet bepalend of er eenmalig of voor enkele jaren meer geld dan anders voor nodig is. Bepalend is of de taak zelf structureel of incidenteel is. Als de taak zelf structureel is en er één of enkele jaren meer geld voor nodig is of als dit om de zoveel jaar terugkomt, dan moet ook dat extra bedrag als structurele last worden gezien. Dat geldt dus voor verkiezingen, overgang naar een nieuwe raad en voor onderhoud. Op grond van deze redenering zijn de posten a tot en met d en g in tegenstelling tot wat in bijlage J is opgenomen dan ook niet incidenteel van aard en mogen de bijbehorende extra lasten voor het begrotingsjaar 2026 niet als incidentele last aangemerkt worden. Op grond van de aanvullende motivatie die we aan de provincie hebben verstrekt (conform de eerdere toelichtingen hierop aan de raad in de kadernota van vorig jaar) blijven we van mening dat de posten e en f incidenteel van aard zijn aangezien het daar gaat om een tijdelijke impuls.
Door deze bijstelling daalt het totaal aan lasten dat we als incidenteel aanmerken met € 646.000. Dit staat los van de autorisatie door de raad: door deze bijstelling vindt er geen wijziging plaats in de omvang van de lasten die zijn opgenomen in deze begroting. Er vindt alleen een bijstelling plaats in de classificatie van deze lasten. Op pagina 5 staat de juiste tabel.

Begrotingssaldo wijzigt niet, maar het structureel saldo wel

Het begrotingssaldo zelf blijft dus € 5,7 mln. Toch is die bijstelling qua classificatie (structurele last in plaats van incidentele last) van wezenlijk belang, omdat dit direct gevolg heeft voor het structurele begrotingssaldo. Gecorrigeerd voor incidentele baten en lasten zoals opgenomen in Bijlage J werd in de inleiding van de begroting een structureel saldo gepresenteerd van € 4,6 mln. Omdat we € 646.000 minder lasten als incidenteel mogen aanmerken, verslechtert dit saldo naar € 4,0 mln. Stel dat we een begrotingssaldo hadden gehad van € 0,5 mln positief, dan had deze bijstelling dus geleid tot de noodzaak om andere structurele lasten te verlagen of structurele baten te verhogen om toch een structureel sluitende begroting te hebben. Dat is nu niet aan de orde, maar het geeft wel het belang aan van een goede weergave, specificatie en toelichting van de incidentele baten en lasten.

Leren en verbeteren

Volgend op ons onderzoek gaan we verbeteringen doorvoeren en onderzoeken we hoe we de lasten gelijkmatiger kunnen maken.

Verbeteringen die we doorvoeren
Naast het toevoegen van een toelichting op de specificatie van incidentele baten en lasten vanaf de jaarstukken 2025 verbeteren we ook het kadernotaproces. Daar begint de beoordeling of eventueel extra middelen als incidenteel aangemerkt mogen worden. Tot nog toe was gebruikelijk dat we die beoordeling lieten afhangen van hoe lang die extra middelen nodig zijn. Al in dat proces gaan we dus scherper beoordelen en een onderscheid maken in:
1. Betreft het een begrotingspost / taak met een structureel karakter of betreft het een begrotingspost met een tijdig karakter?
2. Hoe lang zijn de extra middelen nodig?

De aard van de begrotingspost is belangrijker dan de duur van de middelen. Volgend uit de BBV notitie is het dus ook mogelijk om gedurende meer dan drie jaar een tijdelijke post in de begroting op te nemen en deze toch te classificeren als incidentele last.

Tot slot zorgen we er ook voor dat in de tabel met incidentele baten en lasten alle reserve toevoegingen en onttrekkingen zijn opgenomen, ook als deze op saldobasis neutraal zijn. De gecorrigeerde bijlage "J incidentele baten en lasten" vindt u in de pdf van dit erratum. De pdf kunt u onderaan deze pagina raadplegen.

Onderzoeken of we lasten gelijkmatiger kunnen maken

Verder gaan we opnieuw bekijken op welke onderdelen het wenselijk en mogelijk is om te werken met onderhoudsvoorzieningen. Onderhoud is een structurele taak, de daaraan gekoppelde lasten dus ook. Op dit moment schommelen deze, doordat we het meerjarig (groot) onderhoud dekken uit een reserve en de onderhoudslasten in de reguliere begroting staan.
Door in plaats daarvan jaarlijks geld te storten in een onderhoudsvoorziening en de stand daarvan goed te onderbouwen met een deugdelijk onderhoudsplan is er geen sprake meer van schommeling van structurele lasten. De jaarlijkse last is gelijk en structureel, omdat de kosten voor het groot onderhoud dan rechtstreeks ten laste van de voorziening worden gebracht. De lasten zijn zo geëgaliseerd (op gelijk niveau gebracht) over de jaren heen.

De gecorrigeerde tabel "structureel begrotingssaldo" en de gecorrigeerde bijlage "J incidentele baten en lasten" vindt u in het pdf van het erratum. Deze pdf kunt u onderaan deze pagina raadplegen.