Weerstandscapaciteit
Om de risico’s financieel op te vangen horen wij te beschikken over een weerstandscapaciteit. Op deze wijze kunnen wij de gevolgen dekken uit deze buffer, zonder dat we de begroting en het beleid direct hoeven aan te passen.
Het BBV maakt onderscheid tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit, waarbij onder de incidentele weerstandscapaciteit wordt verstaan het vermogen om onverwachte incidentele tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau.
De middelen die dat vermogen bepalen zijn:
- de algemene reserve en de reserves waaraan de raad een bestemming heeft gegeven die kan worden gewijzigd (bestemmingsreserves);
- de in de begroting opgenomen ramingen voor onvoorziene uitgaven voor zover hier nog geen bestemming aan is gegeven;
- de stille reserves, voor zover deze op korte termijn materieel te maken zijn (reserves waarvan de omvang en/of het bestaan niet uit de balans blijkt, voortkomend uit de onderwaardering van activa of overwaardering van schulden bij het volgen van normale waarderingsmethoden).
De structurele weerstandscapaciteit heeft betrekking op het vermogen om onverwachte tegenvallers structureel in de lopende begroting op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken. De middelen die dat vermogen bepalen zijn:
- de resterende (onbenutte) belastingcapaciteit;
- bezuinigingsmogelijkheden (voor zover nog niet meegenomen in de begroting en meerjarenramingen);
- cumulatief geraamde onvoorziene uitgaven.
Reserves maken deel uit van de beschikbare weerstandscapaciteit. De algemene reserve is vrij aanwendbaar voor nieuw beleid (of het opvangen van tegenvallers in het jaarresultaat). Bestemmingsreserves zijn daarentegen reserves waar de raad een bepaalde bestemming aan heeft gegeven. Bij een bestemmingsreserve is weliswaar sprake van een vastgelegde toekomstige onttrekking, maar er bestaat op dat moment nog geen verplichting. De raad heeft dan ook alle mogelijkheid om de bestemming van deze reserves te wijzigen.
De totale beschikbare weerstandscapaciteit bestaat derhalve uit de opsomming van alle voornoemde elementen van de incidentele en structurele weerstandscapaciteit.
Bestanddeel |
Incidentele weerstandscapaciteit |
Structurele weerstandscapaciteit |
Onvoorzien |
X |
|
Algemene Reserve |
X |
|
Bestanddelen Bestemmingsreserve |
X |
|
Stille reserves |
X |
|
Onbenutte belastingcapaciteit |
|
X |
Vrije ruimte in de meerjarenraming (begrotingsruimte) |
|
X |
Kostenreductie (bezuinigingen) |
|
X |
Adequate beheersmaatregelen (opzet, bestaan en werking) |
|
X |
Weerstandscapaciteit gemeente Smallingerland
Onvoorzien
De gemeente Smallingerland heeft structureel € 100.000 in de begroting opgenomen voor onvoorziene uitgaven.
Algemene Reserve
De Algemene Reserve van de gemeente Smallingerland bedraagt ultimo 2024 € 37,6 mln
Bestemmingsreserves
Bestemmingsreserves behoren tot de weerstandscapaciteit zolang nog geen specifiek doel aanwezig is. Deze reserves zouden we relatief eenvoudig kunnen omzetten naar de algemene reserve. Op deze wijze kunnen we het weerstandsvermogen versterken. Binnen Smallingerland houden we hier geen rekening mee bij het bepalen van de weerstandscapaciteit
Stille reserves
Een belangrijke voorwaarde is dat het een en ander per direct verkoopbaar is. Daarom merken we de stille reserve in aandelen (financiële vaste activa) niet aan als weerstandscapaciteit. Daarnaast genereren deze bestanddelen structurele opbrengsten in de vorm van dividend. Op dit moment zijn de stille reserves niet bekend, en wij zetten die op nihil voor het bepalen van de omvang van de weerstandscapaciteit.
Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit kan de gemeenteraad aangespreken door daartoe (na een gedegen afweging) te besluiten.
Vrije ruimte in de meerjarenraming (begrotingsruimte)
Als de begroting en meerjarenraming sluiten met een positief saldo, is sprake van een begrotingsruimte, die wij kunnen inzetten voor structurele financiële tegenvallers die zich hebben voorgedaan en eerst incidenteel zijn afgedekt. In het geval er sprake is van een incidenteel begrotingstekort kan er gebruik worden gemaakt van eventuele reserves.
Kostenreductie (bezuinigingen)
Om mogelijke structurele risico’s op te kunnen vangen kan een oplossing gevonden worden in kostenreductie en/of bezuinigingen. Omdat dit afhankelijk is van nog te maken politieke keuzes kunnen we de omvang hiervan niet meenemen in het bepalen van de omvang van de weerstandscapaciteit.
Weerstandscapaciteit
Op basis van bovenstaande is de weerstandscapaciteit als volgt: (verderop wordt dit toegelicht)
Bij de berekening van de weerstandscapaciteit in het vermogen wordt uitgegaan van de verplichtingen die op dit moment op de reserve liggen. Uiteraard is het mogelijk deze verplichtingen te heroverwegen, waarbij de kanttekening geplaatst moet worden dat wanneer er sprake is van lopende projecten er mogelijk al verplichtingen zijn aangegaan. De incidentele begrotingsruimte wordt voorzichtigheidshalve niet in de berekening meegenomen in de stand van de algemene reserve voor het jaar hierop volgend. Op basis van de aangegane verplichtingen is de beschikbare weerstandscapaciteit eind 2028 € 13,5 miljoen.